Schuttevaer: Een Nieuwe Haring is een vette haring
SCHEVENINGEN, 7-7-99 - Hoe komt het toch dat haring
zo’n aparte plaats inneemt in de viswereld? Afgezien van
schaal- en schelpdieren, die zo nu en dan op extra aandacht
kunnen rekenen, maakt haring in vergelijking met andere vissoorten
veel los bij het publiek. Natuurlijk vindt een vrij grote groep
Hollandse Nieuwe bijzonder lekker, maar smaakvolle soorten als
tong, tarbot, zeeduivel en tonijn doen daar in principe niet
voor onder.
Historisch
respect
De prijs zou een factor kunnen zijn. Want de consument geeft
toch makkelijker vijf tot zes gulden uit voor twee harinkjes,
dan een paar flappen voor krap een pond schoongemaakte tarbot.
Waarschijnlijk heeft het meer te maken met een historisch respect
voor haring. De bewoners van de lage landen hebben een zwak
voor haring. De vangst van en de handel in dit zeebanket speelde
vroeger een belangrijke rol bij de groei van onze economie.
Het belang
van het product heeft tot respect en populariteit geleid en
is er uiteindelijk ook verantwoordelijk voor geweest dat haring
in veel begrippen voorkomt en bovendien veel koosnamen heeft.
Zilt zeebanket, maatjesharing, het zilver van de zee,
groene haring en Hollandse Nieuwe spreken boekdelen.
Het Hollands Glorie-gevoel druipt er vanaf.
Nog belangrijker
is dat het vet er een beetje vanaf druipt. Want daar draait
het bij vaststelling van de kwaliteit in grote lijnen om. Het
vetgehalte van de haring moet van een dusdanig niveau zijn dat
de consument er zijn vingers bij aflikt. Maar hoe komt die haring,
die in de wintermaanden broodmager is, aan zijn vet?
Voedsel
Haring voedt zich met dierlijk plankton dat nagenoeg onzichtbaar
is. Dat dierlijke plankton bestaat uit vissenlarven, copopoden,
doorzichtig kril en andere minuscule zeedieren. Deze voeden
zich op hun beurt met het eerste organisme in de voedselketen
(plantaardig plankton) en levert een vrij hoog voedselrendement
van de zee op. Aangezien het plantaardig plankton zonlicht en
warmte nodig heeft om zich te ontwikkelen, kan de haring niet
altijd optimaal voedsel tot zich nemen. Daarom zijn het voorjaar
en de zomermaanden met gemiddeld veel zonlicht een belangrijke
periode om het ruimschoots aanwezige voedsel te verschalken.
Veel zon betekent veel voedsel en dan gedijt de haring. Het
voedsel wordt omgezet in vet en ligt onder meer opgeslagen in
de ingewanden en legt zich ook vast in het spierweefsel.
De Hollandse
Nieuwe of maatjesharing moet aan een bepaald vetpercentage voldoen.
Het vetgehalte (16 tot 25 procent) bepaalt min of meer het predikaat
maatjesharing. Als de haring niet voldoet aan het minimaal vereiste
vetgehalte, is hij niet geschikt om als Hollandse Nieuwe op
de markt te verschijnen. Maatjesharing moet mals en goed doorvoed
zijn. Na verloop van tijd verandert de vetlaag in een doorzichtige
olie-achtige laag. Dat is al te zien direct na vangst. Een gevolg
van deze verandering is dat de huid dun wordt. Na rijping laat
de huid gemakkelijk los. Dat is bij het schoonmaken bijzonder
prettig. Vanwege de uitstekende conserveringsmethoden en de
kennis met betrekking tot het rijpingsproces kan de consument
het hele jaar rond Hollandse Nieuwe eten.
Seizoensafhankelijk
De Nederlandse trawlervloot moet zich voor het vangen van de
Hollandse Nieuwe beperken tot mei en juni. Dat geldt overigens
ook voor de in Denemarken aangevoerde haring. Haring doorloopt
eigenlijk verschillende stadia. Dat maakt het product ook zo
boeiend. Bovendien kan geen enkele andere vissoort wedijveren
met de vormen waarin haring wordt bereid en geconsumeerd. Die
bereiding is meestal afgestemd op zijn seizoensafhankelijke
fysieke gesteldheid.
Koninginneharing
In mei en juni heeft de haring het juiste vetgehalte om te kunnen
voldoen aan de kwalificaties van maatjesharing. Rond half juni
verschijnt meestal de zogenaamde Koninginneharing. De ze bevat
het optimale vetgehalte en is van een uitzonderlijke kwaliteit.
Koninginneharing wordt altijd officieel aangeboden aan de koningin,
vandaar de naam.
Haring
is voor het eerst geslachtsrijp op een leeftijd van drie tot
vijf jaar. De leeftijd waarop de vis volwassen wordt, hangt
sterk samen met zijn lengte. Globaal kan men stellen dat haring
voor de eerste maal gaat paaien in het jaar dat hij een lengte
heeft bereikt van 23 tot 25 centimeter. In de jaren voor de
Tweede Wereldoorlog was dat meestal het geval in het vierde
of vijfde levensjaar. Pas in hun vijfde levensjaar namen alle
individuen van een bepaalde jaarklasse deel aan het paaien.
Haringbioloog
Guus Eltink van het RIVO: ’Na de oorlog steeg het percentage
haring dat al op driejarige leeftijd ging paaien. Na de groeiversnelling
in de periode 1952-1953 paaide praktisch alle haring reeds op
driejarige leeftijd. De afgelopen jaren zien we dat het percentage
haring dat op driejarige leeftijd gaat paaien schommelt tussen
de zestig en tachtig procent. De voedselcondities in de eerste
maanden van de zomer zijn hierbij doorslaggevend.’
Hamvraag
De hamvraag elk jaar is: wanneer moet het seizoen beginnen?
Te vroeg is riskant in verband met het feit dat de haring nog
niet aan het minimale vetgehalte kan voldoen. En te laat is
ook niet goed, want dan klagen de handelaren over het feit dat
zij inkomsten missen. De druk wordt alleen nog maar groter wanneer
het in mei mooi weer is. Maar mooi weer in Nederland betekent
nog niet dat het in het centrale en noordelijke deel van de
Noordzee ook mooi weer is.
Naar aanleiding
van de populariteit van het product en de daarmee gepaarde gaande
omzetten, is het verleidelijk de veiling van de eerste Hollandse
Nieuwe te vervroegen. Zeker wanneer importen uit Denemarken
al een kwalitatief goed harinkje laten zien. Het tijdstip van
veiling van de eerste haring zal altijd ter discussie staan
vanwege het bovengenoemde spanningsveld. Maar doordat de haring
de laatste jaren in het begin van het seizoen erg schraal was,
was het verstandig dat men dit jaar Vlaggetjesdag en de verkoop
van het eerste vaatje een week heeft verschoven.
Geen
rood visvlees
Wanneer maatjesharing op de juiste manier is verwerkt, behoort
het visvlees blank te zijn, dus goed ontbloed. Bovendien moet
de haring een frisse, zilte geur hebben en een eveneens frisse,
zilte min of meer gerijpte smaak bezitten. De textuur moet mals,
doch stevig zijn. Een goede kwaliteit haring is mals, vet en
dik. De structuur van het visvlees moet volgens kenners zacht
zijn. De haring mag geen gele verkleuring onder de huid vertonen
en rood visvlees of bloeduitstortingen hebben. Een ranzige smaak,
een vissige smaak, bitter, een taaie structuur, zacht of papperig
mogen ook niet. Bij een goed schoongemaakte haring ontbreken
resten van ingewanden en schubben en zijn graten niet of nauwelijks
aanwezig.
Traditioneel?
De Hollandse Nieuwe is een lichtgezouten haring en wordt vaak
in verband gebracht met eeuwenoude tradities. Dat laatste gaat
wel op voor haring in zijn algemeenheid, maar de Hollandse Nieuwe
zoals die de laatste jaren gegeten wordt, is een nog niet zo
oud product. Het fenomeen lichtgezouten haring ofwel Hollandse
Nieuwe is dus minder traditioneel dan menigeen vermoedt. Vroeger
gebruikten de vissers het zout vooral ter conservering. Het
vervoer nam per slot van rekening veel tijd in beslag. Door
het zo sterk te zouten bleef de haring weken en soms maanden
houdbaar.
Maar deze
extra zoute haring was in feite nauwelijks eetbaar. Voor consumptie
werd de haring met een speciaal papje van water en melk teruggeweekt.
Dat was een vertrouwde manier bij haringetenden volkeren. Zo
konden zij vanuit de ton, die in de schuur stond, de hele winter
putten uit de haringvoorraad.
Toen vriestechnieken
in de jaren zestig algemeen toepassing vonden in de visserij
en de visverwerking, verdween de conservering met zout. Men
behoefde de haring niet meer zo sterk te zouten. Uiteindelijk
ontstond door het lichtzouten van de haring een speciaal rijpingsproces,
waardoor de typische zilte smaak werd bereikt.
Enzymen
Op de Nederlandse vriestrawlers wordt de haring direct na de
vangst gekaakt. Dus ontdaan van kieuwen, ingewanden en keel.
Doordat de kieuwen worden verwijderd kan de vis goed ontbloeden.
Het bloed kan makkelijk weglopen en komt niet in het visvlees
terecht. Daardoor zal het eindproduct blank van kleur zijn.
Rond de graat zal zich geen bloed meer bevinden. Niet alle ingewanden
worden verwijderd. De alvleesklier of pancreas blijft zitten.
De pancreas produceert enzymen, die ervoor zorgen dat de haring
rijpt.
Door rijping
ontstaat de typische haringsmaak en - geur. Na het kaken wordt
de haring eerst vermengd met de juiste hoeveelheid zout. Of
het nu de eerste of de tweede reis van het schip is, de haring
wordt altijd lichtgezouten. Daarna gaat de haring in tonnen
of kantjes en blijft daar ongeveer één dag in zitten. Vanaf
dat moment begint het rijpingsproces en vormt zich in de ton
eigenlijk ook al de pekel. Deze pekel ontstaat door osmose,
dat wil zeggen dat het celvocht van de haring zich verplaatst
naar het droge zout. De haring verliest daardoor een deel van
zijn vocht. Tegelijkertijd verplaatst een deel van het zout
zich naar de cel toe. De haring wordt hierdoor dus zout.
Na het
verblijf in de ton pakken de bemanningsleden de haring over
in emmertjes van zes kilo. Het pekelbad dat zich in de ton heeft
gevormd, wordt in de emmertjes gegoten. Daarna gaan de emmers
de vriestunnel in om te worden opgeslagen. Door invriezen kan
de houdbaarheid van het product met maanden worden verlengd.
Het rijpingsproces verloopt in dat geval bijzonder traag. Daardoor
kan de consument in november of december nog een maatjesharing
van uitstekende kwaliteit eten. |