|
De Piet Heynstraat heette toen Piet Heyn op 27
November 1577 tijdens de 80-jarige oorlog geboren
werd nog Kerkhofsteeg naar het naastgelegen kerkhof, dat bij
de Sint Antoniskapel behoorde. Sinds 1870 heet dit
smalle straatje de Piet Heynstraat.
Het 'geboortehuis' van Piet Heyn in deze straat
6 dateert uit 1871 volgens de gevelsteen.
Het orginele pand werd
omstreeks 1820 afgebroken en de grond werd
gebruikt als mestvaalt. Van de geboorteplaats
van de beroemde zeeheld was niet meer over
dan een stinkende plek om huishoudelijk afval
te storten. Behalve de afvalstort lagen er
ook skeletten onder het wegdek van deze straat,
omdat zich hier in de Middeleeuwen het eerder genoemde kerkhof
bevond van het havenstadje. De graven zijn
grotendeels geruimd, maar er bevinden zich
nog steeds skeletten in de bodem van dit deel
van Delfshaven.
B. Bakkers, een timmerman, kocht het lapje
grond, dat slechts enkele vierkante meters
groot was, op de vooravond van de feestdag
van 17 oktober 1870, de dag dat het standbeeld
van Piet Heyn door koning Willem III onthuld
zou worden. Bakkers betaalde negenhonderd
gulden voor de grond en wilde ter nagedachtenis
aan de geboorteplek van Heyn een huis in Oudhollandse
stijl nabouwen. Hij raadpleegde de oud-gemeentearchitect
Van der Wilde, die in 1852 metingen had verricht
op de plek waar ooit het oorspronkelijke huis
van de familie Heyn had gestaan. |
|
De sporen van de bindlaag en
het dak waren dertig jaar na de sloop nog
duidelijk te zien. Bovendien had Van der Wilde
naspeuring verricht bij de vroegere bewoners
van het huisje en omwonende buurtbewoners.
Deze informatie verwerkte hij in een bouwtekening.
Deze tekening fungeerde als basis voor het
nieuw te bouwen 'geboortehuis' van Piet Heyn.
links: Het geboortehuis volgens een tekening
van J.F. van der Wilde, etser/graveur, 1873,
uit het gemeentearchief.
Een interpretatie die nogal verschilt van
de reconstructie...
In de gevel zijn twee gedenkstenen verwerkt.
Links is een marmeren steen te zien waarop
staat: luitenant-admiraal Pieter Pieterszoon
Heyn 27-11-1577. Rechts is op een steen te
lezen: Bernardus Bakkers Bz, oud zeven jaar
08-03-1871. Op het huisje prijkt ook het wapen
van Piet Heyn. |
De tekst op het ANWB-bordje omschrijft zijn wapenschild
met de woorden: 'zijn wapen toont een piet op een
heining'. Een vooruitstekende drakenkop helemaal
boven in de gevel van het huis verwijst naar het
schip "De groene draak", waarmee het stoffelijk
overschot van Piet Heyn naar Holland werd overgebracht.
Pieter Pieterszoon
Heyn werd op 27 november 1577 geboren
in een klein huisje in de Kerkstraat,
ook wel 'Kerkhofsteeg' en tegenwoordig
Piet Heynstraat geheten. Zijn ouders
waren arm en de familie Heyn moest elke
cent driemaal omdraaien. Vader Pieter
Heyn werkte als visser op de haringvloot
van Delfshaven. Met zijn karige loon
moest hij zijn gezin, bestaande uit
vrouw en drie kinderen, zien te onderhouden.
De moeder van Piet Heyn wilde dat haar
zoon, in tegenstelling tot zijn vader,
een veilige baan aan de wal zocht. Desondanks
ging hij tegen de zin van zijn moeder
met zijn vader mee naar zee. De jonge
Heyn had weinig geluk en werd gevangen
genomen door de Spanjaarden. Hij werkte
zo'n vier jaar als galeislaaf.
Na zijn vrijlating koos hij opnieuw
voor het zeegat en werkte hij als schipper
op de koopvaardij.
Wederom werd hij gevangen genomen door
de Spanjaarden. Na de slag bij Nieuwpoort
werd hij samen met andere gevangenen
vrijgelaten.
Heyn werd vervolgens schipper voor eigen
rekening en zette koers richting Middellandse
Zee.
Als particulier schipper verdiende hij
een aanzienlijk vermogen, zelfs zo veel
dat hij de gemeente Delft grote sommen
geld leende. |
|
Hij trad in 1623 in dienst van de West-Indische
Compagnie (WIC). De WIC had bijzondere interesse
in de Portugese bezittingen in Brazilië.
Heyn veroverde als gezaghebber van de WIC
San Salvador in Brazilië.
In 1626 werd hij als admiraal van een grote
vloot naar de Caribische Zee gezonden om
met de daar aanwezige scheepsmacht van Boudewijn
Hendrikszoon een Spaanse zilvervloot te
veroveren. Piet Heyn kon de schepen van
de inmiddels overleden Hendrikszoon niet
traceren en voldeed niet aan zijn opdracht.
Maar op zijn speurtocht naar de vloot van
Hendrikszoon haalde hij in 1627 in de Allerheiligenbaai
een aanzienlijke buit binnen.
Het bekendste wapenfeit uit de loopbaan
van Heyn is de verovering van de Spaanse
zilvervloot bij en in de baai van Matanzas
op 6 en 7 september 1628. De oorlogsbuit
die hij veroverde op generaal Benevides,
bestond uit twaalf miljoen gulden. Voor
die tijd een immens vermogen. Er werd dan
ook een speciale erepenning voor Piet Heyn
geslagen.
De stad Rotterdam verkeerde in een feeststemming.
Uit kerkelijke rekeningen bleek dat aan
pek tonnen voor het branden van vreugdevuren
achttien gulden was betaald. Ook van het
'beluijen van de kerkklokken over de victorie
van de Silveren vloot' bestaat een rekening
van drie gulden.
De roem van Piet Heyn als uitstekend strateeg
en tacticus snelde hem vooruit. Bovendien
had hij de naam een krachtige en rechtvaardige
leider te zijn van wie een groot enthousiasme
uitging. Voor Prins Maurits en de Staten
van Holland en West-Friesland was hij dé
man om als buitenstaander de marine te vernieuwen.
In 1629 werd hij als luitenant-admiraal
van Holland en West-Friesland aangesteld.
De nieuwe bevelhebber was slechts enkele
maanden in functie toen hij sneuvelde in
een gevecht tegen de Duinkerkse kapers (met
Spaanse kaperbrieven) bij de 'Vlaamsche
Banken'. Die slag werd overigens wél
gewonnen. De roemrijke loopbaan van Pieter
Pieterszoon Heyn eindigde abrupt op 20 juni
1629.
Piet Heyn werd 51 jaar. Hij werd op 4 juli
in de Oude Kerk in Delft begraven. Zijn
tombe in de Oude kerk te Delft is het werk
van Pieter de Keyser. Pieter Pieterszoon
Heyn is niet vergeten. Zijn heldendaden
blijven voortleven, vooral in liederen op
de tribunes van de voetbalstadions.
|
Hieronder de Piet Heynstraat gezien vanaf de sluismuur
naast de in 1873 gebouwde Piet Heynsbrug.
Piet Heyn heeft uiteraard ook een standbeeld.
|
|
|
© J.G. Smits Delfshaven 2003
|