Volgens de ornamentale gevelsteen, een zogeheten cartouche,
dateert het Zakkendragershuisje aan de Voorstraat
uit 1653. Dat moet dus de datum zijn, dat het Zakkendragershuisje tegen het zestiende-eeuwseKraanhuis werd aangebouwd. Sinds 1965 staat het gehele pand bekend als Zakkendragershuisje.
In dit huisje kwamen de broeders van het zakkendragersgilde
bijeen.
De in schepen aangevoerde zakken graan, grondstof
voor de vele distilleerderijen in Delfshaven,
werden door de zakkendragers uitgeladen
en op de rug, of soms het hoofd, naar de vele pakhuizen en branderijen
gedragen. Wanneer er een schip moest worden gelost,
dan luidde men de klok in het torentje. De zakkendragers kwamen
op het klokkengelui af, waarna de strijd
ontbrandde over wie de lading mocht lossen.
Meestal meldden
zich namelijk meer zakkendragers aan dan er op dat moment nodig waren.
Een worp ('smak') met dobbelstenen moest uitmaken wie
aan het werk kon gaan en wie niet. Om onenigheid te voorkomen werd lading verplicht ‘versmakt’ in de ‘smakbak’. Daarin werden, via een trechter die bovenop de bak was geplaatst, voor iedereen zichtbaar twee grote dobbelstenen gegooid.
Deze smakbak staat in het Maritiem Museum ► en is bijna een meter lang en zestig centimeter breed.
Wie de hoogste ogen had, won het werk. Er werd verdeeld naar gelang de aard en omvang van de lading tot een volledige ploeg van vijf man was samengesteld. Voor de hele vracht werd een prijs afgesproken, die dan onderling werd verdeeld. Het ging bij het zakkendragersgilde altijd om goederen waaraan een maat of een schep te pas kwam en die in een zak konden worden gedragen.
De de foto hieronder laat het pand zien voor de verbouwing. In 1965 werd dit pand, voorheen twee panden met meerdere ingangen, in- en uitwendig drastisch verbouwd tot een enkel pand met slechts één ingang.
We zien hier nog een aantal karakteristieke uiterlijke overeenkomsten met het pand uit de 19e-eeuwse prent van Vertin, een afbeelding op de pagina van hetKraanhuis. Die zijn bij de renovatie van 1965 verdwenen. Het was dus meer een verbouwing dan een echte restauratie, want de historische integriteit werd ondergegeschikt geacht aan de toebedachte functionaliteit. Het pand werd ongetwijfeld beter inzetbaar geacht als bedrijfsruimte in een nostalgische Anton Pieck stijl, dan met de nogal sinistere oude gevel.
De ruimte boven het Zakkendragershuisje deed ooit dienst als gevangenis.
Dat was na het buiten gebruik stellen van de kraansluis in 1836. De cellen hadden indertijd vooral de functie
van ontnuchteringsplek voor Delfshavenaars die onmatig hadden genoten van het befaamde lokale graanproduct.
Een oud gezegde
luidde dan ook: 'Wie niet in een cel op 't
Craentie heeft gezeten, is geen burger van
Delfshaven'.
Uit het woord Craentie (dialect voor Kraantje, in dit geval het Kraanhuis) in dit gezegde, blijkt dat de benaming Zakkendragershuisje nog niet zo gek lang in gebruik is voor dit gebouw. Het is natuurlijk ook mooi meegenomen als je zo'n historisch havenpand kunt koppelen aan een haven-gerelateerd gilde.
Hier, in het voormalige kraanhuis, was tot 2007
een tingieterij gevestigd. De tingieters
Ger Horsten en Henk Torenvlied vervaardigden er op ambachtelijke wijze gebruiksvoorwerpen
en sieraden. Tevens werd er uit voorraad
verkocht. "Tingieterij Het Zakkendragershuisje" was tot in de wijde omtrek bekend.
Dat bleek vooral uit de vele reacties nadat het bedrijfje was opgeheven. Hieronder het toenmalige interieur.
Tegenwoordig is het gebouwtje in gebruik doorDrijfzand Theaterproducties: "Drijfzand kent een korte maar rijke historie in toneel, musical, dans, groot bezette stukken en kleine intieme voorstellingen".
Na enkele aanpassingen in 2019 werd het Zakkendragershuisje (plus Kraanhuis) In 2021 zowel inwendig als uitwendig vakkundig gerestaureerd doorStadsherstel Historisch Rotterdam.
Het deel van het pand met de klokketoren dat aan
het Zakkendragershuisje vastzit is hetKraanhuis.
|