Sinterklaas en Zwarte Piet, kinderfeest of uitlaatklep voor (on)volwassenen?
» ENLISH PAGE
|
oorsprong
Van ± 270 tot 340 leefde er in de Byzan-tijnse (sinds 1468 Turkse) stad Myra een bisschop genaamd Nicolaos.
Hij gaf geld aan de armen en verrichtte wonderen, zo werd verteld.
Europawijd ontstonden veel varianten van de mythe over deze opzienbarende heilige, die naar wordt aangenomen op 6 december 340 overleed.
Sinds de 13e eeuw is de viering van Sint Nicolaas in West-Europa algemeen en is hij de meest aanbeden beschermheilige.
Hij wordt gezien als beschermer van onder andere scholieren, jong-volwassenen, kooplieden, zeevarenden en reizigers.
In de middeleeuwen werd er vóór de sterfdag van de Heilige Nicolaas van Myra uit de arme kinderen van een stad een "kinderbisschop" plus assistenten gekozen. Deze kregen voedsel en schoeisel. De overige kinderen kregen geld en een vrije dag op 6 december om het St. Nicolaas feest te kunnen vieren.
Later ging men alle arme kinderen trakteren, wat zich ontwikkelde tot een algemeen volksgebruik, waarbij schoeisel een belangrijke rol ging spelen als vindplaats van snoep en geschenken.
|
de heiligman en de duivel
Er zijn inmiddels legio publicaties verschenen, al dan niet wetenschappelijk onderbouwd, over het Zwarte Piet fenomeen en de historische achtergronden. Sommige zinnig, andere onzinnig, slecht beargumenteerd of vergezocht. Het lijkt soms wel of de duvel en zijn ouwe moer er wordt bij gesleept in het -nooit serieus gevoerde- "Zwarte Piet debat". En laat ik dat van die duvel in dit geval nou net een goed idee vinden! Want in sommige oudere versies van de mythe werd de Sint inderdaad vergezeld door een met kettingen behangen zwarte demoon, die ook wel Krampus werd genoemd. Deze door de heilige bedwongen kwelgeest was gewapend met een roe en vaak ook een drietand om daarmee deugnieten tot inkeer te brengen.
Een spannend verhaal werkt nu eenmaal beter met tegenstellingen, zoals goed en kwaad; in dit geval een heiligman en een duivel.
kinderjaren
De Sinterklaastraditie waar ik mee ben opgegroeid in de jaren '50 is die met welgeteld één Goedheiligman en één Zwarte Piet. Al kon er geloof ik wel eens een "hulp-Piet" bij zijn. "Sinterklaas" was een gezinsfeest en nog geen groot media spektakel. Voor een kind was het een van de hoogtepunten van het jaar. Gewone mensen waren niet rijk en het geven van kadootjes aan de kinderen was beperkt tot hun verjaardag en de “verjaardag” van de Sint op 5 december. Kerst was toen nog een overwegend Christelijke viering zonder kadootjes, want de kerstman (Santa Claus als de Amerikaanse interpretatie van Sint Nicolaas in de vorm van een obese Coca-Cola drinker met een sweat shop voor dwergjes op de Noordpool) had hier nog geen voet aan de grond gekregen. Sint Nicolaas was een mythische grootheid, net als zijn knecht Zwarte Piet of Pieterknecht. "Knecht" was overigens de aanduiding van een medewerker zonder beroepsstatus en had nog niet de negatieve connotatie die er later aan werd toegekend. Niet dat een kind zich druk maakt over zoiets. Piet droeg de grote zak met kadootjes want hij was de sterke knecht en zijn baas, de witbebaarde Sint, was hééééél erg oud. Zo vertelt het verhaal. Sinterklaas reed met zijn paard over de daken en Zwarte Piet hielp hem bij het uitdelen van de kado's. In Piet's jute zak voor de kadootjes konden kinderen die héél erg stout waren geweest worden meegenomen naar Spanje.
traditie
De traditie in deze vorm was in het leven geroepen door de Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman, die in 1850 een kinderboekje scheef over Sint Nicolaas met verhalen en versjes. De eerste druk is hier te vinden. De knecht van Sint was in zijn bewerking niet langer de traditionele, afschrikwekkende duivel (Piet, Piert, Pieter of Krampus) of een soortgelijke boeman (Knecht Ruprecht, Schmutzli of Hans Trapp).
Hij koos voor een beduidend minder angstaanjagende knecht in de vorm van een 16e-eeuwse Moorse page in fleurige kleding zoals die werd gedragen aan het Spaanse hof. De heiligman zelf woonde nu ook in Spanje en reisde vandaar heen en weer. Met paard en al in een luchtballon.
In latere uitgaven, gedateerd op ca. 1900 en 1907, werden dat een stoomboot en een trein. Dat waren dus niet per definitie "traditionele" vervoersmiddellen.
Schenkman heeft bij mijn weten nooit verklaard waarom de keuze viel op een zwarte knecht. De duivel werd meestal zwart afgebeeld, dus een donkere page als zijn knecht was mogelijk de meest voor de hand liggende (en meer kindvriendelijke) vervanger. Zo zwart als de nacht om hem toch iets sinisters en mystieks mee te geven. Bovendien maakt het een familielid die voor Zwarte Piet speelt onherkenbaar voor de kinderen.
Mogelijk speelde het exotische element van zo'n mysterieuze bediende met een Centraal-Afrikaans voorkomen ook een rol bij de keuze van de 19e-eeuwse onderwijzer. Personen met een dergelijk uiterlijk waren toen nog een vrij onbekend fenomeen in ons straatbeeld.
Die nieuwe knecht had net als Krampus nog steeds een een roe (een bosje takken) als probaat middel om stoute kindertjes tot de orde te roepen. Tot ver in de vorige eeuw was het overigens heel normaal dat opvoeders kinderen die zich niet gedroegen "een pak voor de billen" gaven om ze manieren bij te brengen. Ik weet het, ondenkbaar in deze tijd van de snelgekwetste, hypergevoelige 'generation snowflake'
recente aanpassingen
Rond 1900 ontdekten ook de (groot)winkelbedrijven het Sinterklaasfeest als middel om hun waren aan de man te brengen. Nog steeds met één Zwarte Piet als hulp van de Sint. Begin jaren '70 werd, met het toenemen van de welvaart, het Sinterklaasfeest steeds commerciëler en om winkels en etalages decoratief te vullen werden er steeds meer zwarte hulpjes toegevoegd aan de entourage van de Sint. Vreemd genoeg moesten die blijkbaar ook allemaal Zwarte Piet heten, wat voor de hoogbejaarde heilige toch wel lastig communiceren moet zijn geweest. Of was dat misschien ook een van zijn wonderen?
Met de komst van de Sinterklaasintochten in de nationale media en later de Sinterklaas TV-programma's werd het aantal Pieten schier oneindig uitgebreid om de gewenste vrolijke en speelse vulling aan deze publiekstrekker te geven. Die hoge aantallen Pieten werden ook gebruikt om uit te leggen hoe die cadeautjes bij alle kinderen terecht kwamen. Vreemd: als je de logistiek en distributie moet verklaren is je doelgroep echt te oud om nog in sprookjes te geloven. Misschien was het goed voor de oplage- en kijkcijfers, maar toch ook een beetje vreemd. Was Zwarte Piet nu niet langer een uniek individu, net als zijn baas de Sint, maar slechts een generiek zwart hulpje dat uitsluitend diende als kleurrijke opvulling?
Dit is waar het achteraf gezien fout ging.
kritiek
Het viel mij op dat bezoekers uit het buitenland en met name uit de Verenigde Staten vanaf de jaren '80 wat vreemd tegen het, in onze ogen onschuldige, volksfeest begonnen aan te kijken. Zij waren van nabij bekend met de uit hun eigen slavernijverleden voortgekomen rassendiscriminatie en zagen overeenkomsten met de negerslaven op plantages en de neerbuigende behandeling van hun nakomelingen. Dit tot de verbazing van veel Nederlanders. Die nogal kort door de bocht gemaakte associatie werd hier uiteraard niet onderschreven. Niet in de laatste plaats omdat autochtone Nederlanders de slavernij en de gevolgen ervan nooit van dichtbij hadden meegemaakt. Dat was iets dat onbekende mensen ooit in verre landen hadden gedaan. En hoewel het uiterlijk van Zwarte Piet wel enigszins lijkt te zijn gemodelleerd naar een Afrikaan, misschien zelfs als een soort karikatuur, was er nooit enige directe referentie aan negers en al helemaal niet aan negerslaven. Ook niet in Suriname, waar deze traditie eveneens wordt gevierd. Bijna niemand zag Piet als neger *), maar precies zoals het was bedoeld: een fictief figuur in een sprookje voor kinderen. En het belangrijkste: er was nooit enige intentie van kwade bedoelingen of laatdunkendheid ten overstaan van wat voor ras of groep dan ook.
non-discussie
Met de komst van steeds meer rijksgenoten begonnen toch langzaam maar zeker de protesten te komen. Veelal geïnitieerd door autochtone Nederlanders met een cultureel minderwaardigheidsgevoel en, zoals dat tegenwoordig zo treffend wordt genoemd, een 'deugcomplex'. meestal is de reden zelfzuchtig, nl. geldelijk of politiek gewin. Sommigen willen zichzelf ook graag profileren als moreel verheven boven "het vulgus". De harde kern is een kleine groep die hard kan schreeuwen en daarmee veel aandacht krijgt in (oh ironie!) juist díe media die al die vermeende "negerslaven" aan de goedheiligman hadden toebedeeld. Zelfs een vrijwilligster bij de UN (Verena Sheperd) probeerde er met ongefundeerde racisme-aantijgingen een slaatje uit te slaan voor haar herstelbetalingen-projectje. Dat ze daarmee een compleet volk, en meer specifiek het blanke deel daarvan, als racisten wegzette was blijkbaar geen enkel probleem. Het ging haar tenslotte om harde knaken en haar five minutes of fame en dat lijkt het enige dat telt in haar wereldje.
Een ander dieptepunt in de vaak sneue protesten was een manisch gillende Quinsy Gario die tijdens een sinterklaas intocht kleine kinderen de stuipen op het lijf joeg.
Eigenlijk exact zoals de oer-traditionele Zwarte Piet, toen hij nog Krampus werd genoemd, het zou doen. Toch wel ironisch! Waar zo'n cultus van voortdurende verongelijktheid en zelfverklaard slachtofferschap toch al niet toe kan leiden.
suggestie
De vaak genoemde "eeuwenoude traditie" is die van de altruïstische Goedheiligman die arme jongeren geld gaf en de bedwongen duivel (Piet/Krampus/Ruprecht) bij zich had om ongehoorzame kinderen schrik aan te jagen en voor hun ondeugende gedrag te straffen. Ik durf te stellen dat die oude traditie hier te lande al heel lang door helemaal niemand meer wordt gevierd.
De breed gedragen volkstraditie is die van Sint Nicolaas en Zwarte Piet uit Spanje. Die werd in hoofdzaak gevierd in kleine kring en niet in de landelijke media. Die versie is ongeveer anderhalve eeuw oud en daarmee inmiddels ook echt een traditie. Echter, een Sint met een hele schare Zwarte Pieten op tv is een tamelijk recente (vooral commerciële) ontwikkeling en heeft niets van doen met de essentie van deze volkstraditie: Sint en Piet die kinderen belonen met kleine geschenken voor het feit dat ze weer een jaar braaf zijn geweest.
Rationeel of niet, blijkbaar liggen hier voor een bepaalde groep zwaarwegende gevoeligheden, en die moet je niet willen negeren. Het doel van tradities is te verbinden en niet te splijten. Hoe nu recht te doen aan zowel de "etnisch gekwetsten" als aan degenen die het behoud van onze culturele tradities voorstaan? Een goed vervolg van de Sinterklaastraditie lijkt mij gewoon teruggaan naar de nu populaire Sint en Piet die voor een groot deel zijn gevormd naar de ideeën van Schenkman. Dus bij grote publieke evenementen exact 1 Sint Nicolaas, als een soort karikatuur van een oude heiligverklaarde Roomse bisschop, met 1 pikzwarte Zwarte Piet als zijn vaste metgezel. Dat is ook wel zo "divers". Zelfs als de man of vrouw van zichzelf al donker gepigmenteerd is: altijd zwartschminken! En niet praten met een gemaakt-Surinaamse tongval, zoals je soms ook nogall eens hoorde op de NPO.
Dat in veel opzichten contrasterende tweetal is de kern van de oer-traditie. Wat je daar verder aan divers uitgedoste komische en acrobatische hulpjes aan toevoegt is niet relevant voor het wezen van onze geliefde decembertraditie. Maar geef die toegevoegde hulpjes geen geforceerd negroïde uiterlijk en noem ze bij voorkeur ook geen "pieten". Zo voorkom je misverstanden en niemand heeft dan nog een plausibele reden om zich zielig, verongelijkt of gekwetst te voelen. Dan wordt het weer het aloude, gezellige sinterklaasfeest voor iedereen. Vooral voor de kinderen, voor wie het feest uiteindelijk bedoeld was, voordat het werd gekaapt door activisten en andere schreeuwers.
interessante links:
Voetnoot: Zwarte Piet heeft nooit de betekenis gehad van "Negroïde Piet". Dat wordt nu wel vaak zo voorgesteld. Die hele framing lijkt te zijn ontstaan nadat negers (en ja, dat is nog steeds de uit het Latijns afgeleide wetenschappelijke benaming van het centraal-Afrikaanse ras) zichzelf "zwarten" gingen noemen, naar Noord-Amerikaans voorbeeld. Daar gingen negros zich als blacks profileren om een verscheidenheid aan specifiek Noord-Amerikaanse redenen. In Nedeland vervolgens blanken als witte mensen gaan benoemen is niets minder dan een kwalijke poging tot polarisatie om daarmee bevolkingsgroepen zoveel mogelijk tegen elkaar op te kunnen zetten. Negers zijn zelden zwart en blanken zijn zelden wit. Dus waarom zou je ze wel als zodanig benoemen. Wij zijn hier niet in de VS en negers zijn, net als elke etniciteit, veel meer dan een groep mensen die alleen wordt gedefinieerd door een karikatuur van een bepaalde huidskleur. Niemand zou zich moeten schamen voor de eigen unieke identiteit, met inbegrip van afkomst en ras, of anderen om hun eigen identiteit als minder beschouwen. Men zou er juist trots op moeten zijn en zich er gelukkig in voelen. En dat vooral anderen ook gunnen.
(laatst gewijzigd. 2017)
|